Tijdschrift voor Privaatrecht

1964-1998 online open access, from 1999 via Jura and Jurisquare
NL | EN

Members of the Editorial Board

Honorary Director

Marcel Storme (✝)

Directors

Matthias E. Storme
Vincent Sagaert





vlnr: Vincent Sagaert, Wilfried Rauws, Masha Antokolskaia, Carla Sieburgh, Jean Sonnekus, Marcel Storme, Christiaan Beyaert, Annelies Wylleman, Reinhard Steennot, Hubert Bocken, Mark Wissink, Frederik Swennen, Ton Hartlief, Matthias Storme

Editorial Board

Joke Baeck UGent 2020-
Hubert Bocken UGent 1981-
Jeroen Delvoie VUB (Brussel) 2014-
Yves-Henri Leleu ULiège en ULB (Brussel) 2001-
Mieken Puelinckx-Coene UAntwerpen 1992-
Wilfried Rauws VUB (Brussel) 2008-
Vincent Sagaert KU Leuven en UAntwerpen 2014-
Geneviève Schamps UCL Louvain-la-Neuve 2017-
Reinhard Steennot UGent 2014-
Matthias E. Storme KU Leuven en UAntwerpen 2000-
Frederik Swennen UAntwerpen 2014-
Beatrix Vanlerberghe UAntwerpen 2020-
Alain Laurent Verbeke KU Leuven en Univ.Tilburg 2000-
Annelies Wylleman UGent 2000-

Board of Advice

M.V. Antokolskaia VU Amsterdam 2006-
I. Giesen Universiteit Utrecht 2018-
T. Hartlief Universiteit Maastricht 2000-
E.H. Hondius Universiteit Utrecht 1989-
J.S. Kortmann UvA Amsterdam 2009-
H.B. Krans Universiteit Leiden 2016-
S.D. Lindenbergh Erasmus U Rotterdam 2006-
J.M.M. Maeijer Radboud U Nijmegen 1964-
C.H. Sieburgh Radboud U Nijmegen 2003-
J.M. Smits Universiteit Maastricht 2009-
J.C. Sonnekus UJ Johannesburg 2001-
T.F.E. Tjong Tjin Tai Universiteit Tilburg 2014-
M.H. Wissink Rijksuniversiteit Groningen 2006-

Former members of the Editorial Board and Board of Advice

Willy Delva (✝) UGent 1964-1980
Jacques Matthijs (✝) VUB 1964-1986
A. Pitlo (✝) UvA Amsterdam 1964-1987
Jan Ronse (✝) KU Leuven 1964-1988
J.H. Beekhuis (✝) Rijksuniversiteit Groningen 1964-1988
J.M.M. Maeijer (✝) Radboud U Nijmegen 1964-2018
Robert Kruithof (✝) UAntwerpen 1988-1991
J.B.M. Vranken Universiteit Tilburg 1990-2000
A.I.M. Van Mierlo Erasmus U Rotterdam 2000-2002
Edgard Du Perron UvA Amsterdam 2000-2005
C.J.H. Brunner (✝) Rijksuniversiteit Groningen 1988-2007
Ludo Cornelis VUB 2000-2008
M.V. Polak Universiteit Leiden 2000-2009
Gustaaf Baeteman (✝) VUB 1986-2010
W.L. Haardt (✝) Universiteit Leiden 1964-2013
J.M. Polak (✝) Universiteit Leiden 1964-2014
J.H. Nieuwenhuis (✝) Universiteit Leiden 2001-2015
Walter Van Gerven (✝) KU Leuven 1988-2015

Former editorial secretaries

Jean-Pierre Quintyn 1964-1965
Guy Schrans 1966-1968
Kris Schutyser 1969-1972
Hubert Mestrum 1973-1976
Herlinda Galaude 1976-1984
Lutgart Hertecant 1985-1999
Dominique Demarez 2000-2006
Emilie De Baere 2006-2010
Sara Verstraete 2011-2012
Elke Vanneste 2012-2014
Christiaan Beyaert 2007-
Soetekin Steverlynck 2007-
Siel Demeyere 2015-

OV

Marcel Storme (Gent, 3 augustus 1930 - Gent, 30 maart 2018) is emeritus hoogleraar van de U.Gent.

Hij studeerde onder meer rechten aan de Rijksuniversiteit Gent alsook te Parijs en Londen en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Gent tot geaggregeerde in de rechten met een proefschrift over "De bewijslast in het Belgisch privaatrecht" (1961). Hij doceerde aan de Rijksuniversiteit Gent (later Universiteit Gent) alsook aan de UFSIA en het RUCA. Te Gent was hij gewoon hoogleraar en doceerde hij voornamelijk procesrecht en kritische studie van rechtspraak.

Hij was senator voor de CVP (gecoöpteerd) van 1977 tot 1981.

Hij was voorzitter van de Vlaamse Juristenvereniging van 1983 tot 1996. Hij is lid en was voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten.

Hij is voorzitter van de International Association of Procedural Law (in opvolging van Mauro Cappelletti) en van het Interuniversitair Centrum voor gerechtelijk recht. Hij richtte een studiegroep op, de Commission for the Approximation of Procedural Law in Europe, ook Storme-Commissie genoemd, die een rapport publiceerde over de harmonisatie van het procesrecht.

Hij is dr. jur. h. c. van Lublin University en ereprofessor van de Universiteit van Peking. In 1989 werd hij opgenomen als lid in de Academia Europaea.

Matthias Edward Storme (Gent, 8 juli 1959) is als gewoon hoogleraar verbonden aan de KU Leuven waar hij het Instituut voor Handels- en Insolventierecht leidt. Na Grieks-Latijnse humaniora aan het Sint-Barbaracollege s.J. te Gent en studies rechten en wijsbegeerte te Antwerpen en Leuven (1976-1981) behaalde hij een M.A. in Philosophy aan Yale University (1982) en het doctoraat in de rechten aan de KU Leuven (1989) na studieverblijven aan de Università degli studi di Bologna (1983-1984) en het Max Planck Institut für internationales und ausländisches Privaatrecht te Hamburg (1984-85).

Hij heeft leeropdrachten in internationaal handelsrecht, zekerheden- en insolventierecht, notarieel burgerlijk en procesrecht, verbintenissenrecht, rechtsfilosofie en vroeger onder meer ook Europees procesrecht, vergelijkende levensbeschouwing en rechtsvergelijking.

Hij doceerde eerder aan de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Antwerpen en de China University of Politics and Law te Peking en gaf gastcolleges aan vele andere universiteiten. Sedert 1992 maakt hij deel uit van expertencommissies die een Europees burgerlijk wetboek voorbereiden (1992-2002 de Commission on European Contract Law, de zgn. Lando-commissie; sedert 1999 de Study group on a European Civil Code en daarnaast sedert 2003 de Acquis communautaire Group.

In het kader van het project van een ontwerp Gemeenschappelijk referentiekader voor Europees Contractenrecht (Draft common frame of reference for european contract law, DCFR) was hij lid van de 10-koppige groep die de eindredactie verzorgde van dit ontwerp voor een Europees burgerlijk wetboek (december 2008) dat intussen de basis is geworden voor het gemeenschappelijk europees kooprecht CESL, Common European Sales law). Hij is stichtend lid van het European Law Institute (opgericht 2011) en lid van de Raad van het ELI en betrokkene bij meerdere ELI-projecten (common european sales law; european civil procedure; business rescue).

Hij is medestichter en mede-hoofdredacteur (met Ewoud Hondius) van het European review of private law / Europäische Zeitschrift für Privatrecht / Revue Européenne de droit privé, kernredacteur van het Tijdschrift voor Privaatrecht en sedert 2014 co-directeur van het tijdschrift.

Daarnaast is hij advocaat te Gent (tot 2013 Brussel, aldaar oud-voorzitter van het Vlaams Pleitgenootschap bij de balie te Brussel, en oud-lid van de Raad van de Orde van de Nederlandse Orde van advocaten te Brussel).

Vincent Sagaert studeerde Rechten aan de Campus Kortrijk en de KU Leuven. Als Aspirant van het FWO-Vlaanderen maakte hij een proefschrift, onder promotorschap van Prof. dr. Eric Dirix (Insolventierecht, KU Leuven), met als titel "Zakelijke subrogatie" (Antwerpen, Intersentia, 2003, 792 p.).

Sinds 1 oktober 2004 is hij voltijds benoemd aan de KU Leuven en de Kulak, waar hij instaat voor Verbintenissenrecht en Goederenrecht. Hij doceert tevens Goederenrecht (bachelor en master) en notarieel vastgoedrecht aan de KU Leuven, waar hij Directeur is van het Instituut voor Goederenrecht. Sinds 2009 is hij Vice-Decaan aan de Rechtsfaculteit. Sinds 1 oktober 2002 vervult hij ook een deeltijdse leeropdracht aan de Universiteit Antwerpen.

Vincent Sagaert is co-Directeur van het Tijdschrift voor Privaatrecht, redactielid van het Rechtskundig Weekblad, van de Bibliotheek Burgerlijk recht, van het Tijdschrift voor Belgisch Burgerlijk Recht, van het Tijdschrift voor Vrederechters, van het Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht en van de European Property Law Journal. Hij is co-editor van de International Encyclopedia of Property and Trust law. Sinds 2013 is hij lid van de expertencommissie van de Fonds Nationale de la Recherche Scientifique.

In het kader van zijn doctoraatsonderzoek was hij gastonderzoeker aan de Universiteit van Oxford, College Lady Margareth Hall. Hij was herhaalde malen gastprofessor aan de Université du Burundi (2003-2004-2005-2009), waarmee hij ook een universitair onderzoeksproject coördineert. In 2006 was hij gastprofessor aan de Universiteit van Utrecht en sinds 2010 is hij Fellow van de South African Research Chair for Property Law (University of Stellenbosch).

Met diverse bijdragen won hij de A.P.R.-prijs (1997-98), tweemaal de T.P.R.-prijs (2000 en 2001) en de Ius commune Prize (2001). Hij was houder van de TPR-Wisselleerstoel in 2006.

Sinds 2003 is hij ook als advocaat werkzaam aan de balie van Brussel. Hij maakt deel uit van het advocatenkantoor Eubelius, waar hij zich toelegt op het vastgoedrecht. Hij was openingsredenaar van het gerechtelijk jaar aan de Balie van Brussel (2008) en aan de Balie van Ieper (2010).

Hubert Bocken werd in 1967 doctor in de rechten aan de Rijksuniversiteit Gent 1967 waar hij als student ook voorzitter was van het Kultureel Konvent en van het Vlaams Rechtsgenootschap. In 1968 behaalde hij het LLM diploma aan de Harvard Law School; in 1978 promoveerde hij te Gent tot Geaggregeerde voor het hoger onderwijs in het burgerlijk recht met een proefschrift over "Het aansprakelijkheidsrecht als sanctie tegen de verstoring van het leefmilieu" .

Na een paar jaar medewerker te zijn geweest bij het advocatenkantoor Cleary Gottlieb, Steen & Hamilton was hij vanaf 1971 voltijds verbonden aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Gent. Hij was er belast met cursussen in het privaatrecht, in het bijzonder het verbintenissenrecht, de rechtsvergelijking en het milieurecht en vervulde er ook meerdere bestuursfuncties. Hij was onder meer voorzitter van de Vakgroep burgerlijk recht en van het Centrum voor milieurecht en lid van de raad van de bestuur van de UGent en vier jaar decaan. Sinds 2009 is hij emeritus gewoon hoogleraar.

Hij publiceerde over meerdere aspecten verbintenissenrecht, milieurecht en rechtsvergelijking. Hij was een van de eersten in België om onderzoek te verrichten over het milieurecht en het milieuaansprakelijkheidsrecht. Meer recent ligt de nadruk in zijn wetenschappelijk werk op het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, in het bijzonder de causaliteitsproblematiek en op schadevergoeding buiten het aansprakelijkheidsrecht.

Hij adviseerde bij de voorbereiding van wetgeving op het gebied van overheidsaansprakelijkheid en milieurecht en was lid van EU en UNEP expertengroepen voor milieurecht.

Hij was voorzitter van de Vlaamse Raad voor het Leefmilieu, oprichter en voorzitter van de Belgische Vereniging voor Milieurecht, initiatiefnemer en voorzitter van de Interuniversitaire Commissie tot Herziening van het Milieurecht in het Vlaamse Gewest, voorzitter van de Working Party on Liability and Insurance for Pollution, Products and New Technologies van de Association Internationale du Droit des Assurances. Hij is lid en sinds 2009 voorzitter van de Vereniging voor de Vergelijkende studie van het Recht in België en Nederland en sinds 2010 voorzitter van de jury van de F. Collin-prijs voor recht. Hij is lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten van België en sinds 2013 Bestuurder van de Klasse van Menswetenschappen.

Hij behaalde de Frank Boas Scholarship in International Legal Studies (1967), de Prijs van de Stichting Leefmilieu (1978), was laureaat van de Reisbeurzenwedstrijd (1982) en de internationale Elisabeth Haub-Prijs voor Milieurecht (1992) en is honorary professor aan de Bond University Law School (Qld, Aus).

Hij maakt sinds 1981 deel uit van de redactie van het Tijdschrift voor Privaatrecht.

Jeroen Delvoie is (deeltijds) docent aan de Vrije Universiteit Brussel en vennoot bij het advocatenkantoor Eubelius.

Jeroen Delvoie werd in 1999 licentiaat in de rechten aan de Vrije Universiteit Brussel en behaalde in 2000 een Master of Laws diploma aan de University of Chicago (Chicago, USA).

Hij startte in 2000 zijn professionele loopbaan als advocaat aan de Brusselse balie bij het kantoor Eubelius.

Van 2004 tot 2009 was hij onderzoeker (FWO-aspirant en doctoraatsbursaal) aan de Vrije Universiteit Brussel, waar hij in 2010 onder het promotorschap van prof. dr. Ludo Cornelis promoveerde tot doctor in de rechten met een proefschrift over de orgaantheorie in het privaatrecht (gepubliceerd bij Intersentia in 2010). Hij werd voor dit werk bekroond met de driejaarlijkse Prix Pierre Coppens van de UCL en de Revue Pratique des Sociétés.

Jeroen Delvoie is sinds 2012 deeltijds docent aan de Vrije Universiteit Brussel, waar hij thans de vakken Selected Topics of European company and association law en Fusies en overnames doceert.

Daarnaast is hij advocaat aan de balie te Brussel (vennoot bij Eubelius).

Jeroen Delvoie is wetenschappelijk voornamelijk actief in het vennootschapsrecht en het verbintenissenrecht. Zijn praktijk als advocaat spitst zich toe op het vennootschapsrecht en het publiek economisch recht, in het bijzonder het publiek ondernemingsrecht.

Yves-Henri Leleu is gewoon hoogleraar aan de Université de Liège en deeltijds hoogleraar aan de Université Libre de Bruxelles, met als onderwijsopdracht het personen- en familierecht, het relatievermogensrecht, en de juridische terminologie in het Nederlands.

Hij is gasthoogleraar geweest aan de universiteiten van Nijmegen (T.P.R.-leerstoel) en van Paris Panthéon-Assas. Hij is directeur van het Interuniversitair centrum voor rechtsvergelijking, en lid van het redactiecomité van verschillende wetenschappelijke Belgische en buitenlandse tijdschriften. Hij is lid van het Comité voor studie en wetgeving van de Federatie van het Belgische notariaat, en van de Federale controlecomissie euthanasie.

Van zijn hand verschenen twee handboeken (Droit des personnes et des familles, Larcier, 2005, 2010; Droit patrimonial des couples, Larcier, 2014), verschillende boeken en publicaties in zijn onderzoeksdomeinen, en een fotografische album (Photogénies, Cefal, 2005).

Hij is actief in de rechtspraktijk sinds 1996 als consultant, sinds 2006 als advocaat, thans aan de Balie van Liège.

Hij is geboren te Libramont op 2 augustus 1967, gehuwd en vader van een dochter.

Doctor juris en lic. notariaat K.U.Leuven; Master in Comparative Law, (University of Chicago)

Echtgenote van A. Puelinckx, moeder van drie kinderen en oma van zeven kleinkinderen

Emeritus-hoogleraar van de rechtsfaculteit van de Universiteit Antwerpen; Gasthoogleraar K.U.L. voor het basisvak familiaal vermogensrecht, academiejaar 1996-97; Docent in de postgraduaat opleiding Planning van de Nalatenschap van de UAMS tot 2007; Docent in de Postgraduate Estateplanning van de VUB tot 2012; Gastcolleges aan de Universiteiten van Nijmegen, Johannesburg en Stellenbosch

48 jaar wetenschappelijk actief in familiaal vermogensrecht zowel nationaal als internationaal, auteur van een 200tal publicaties in dat domein, verschenen o.m. ook in Nederland, Frankrijk en Zuid- Afrika; Winnaar van de Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat (1989) met haar boek "Erfrecht", dat in zijn derde editie opgenomen werd in de reeks Beginselen van Belgisch Privaatrecht

Herhaald voorzitter, rapporteur of spreker op congressen en studiedagen over familiaal vermogensrecht, o.m. ook in Nederland, Frankrijk en Zuid- Afrika; bijv. Algemeen rapporteur van de Conferentie over " La protection de la famille dans le domaine des successions", Raad van Europa, Straatsburg 2002; Adviseur van de rapporteur voor de Senaat tijdens de hervorming van het erfrecht van de langstlevende echtgenoot (1981) en van het afstammingsrecht (1987) en adviseur van de Nederlandse Regeringscommissaris tijdens de hervorming van Boek 4, nieuw B.W. (erfrecht); Ook nadien herhaald adviseur bij het opstellen van wetsontwerpen en wetsvoorstellen inzake erfrecht, ook tijdens de grote hervorming gepland onder de vorige legislatuur

Regeringsafgevaardigde van België (1975-1977) in de U.N. Commission on the Status of Women, toen deze het ontwerp opstelde voor het Internationaal Verdrag tot uitbanning van elke vorm van discriminatie t.a.v. vrouwen; Voorzitter van de Commissie van de Status van de Vrouw (1975-1977) , adviescommissie bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken ter voorbereidng van de standpunten in te nemen in die CSW; Lid van de in 2003 door de Raad van Europa opgerichte werkgroep” Erfrecht”; Lid van de “Study group for a European Civil Code”, afdeling Gratuitous contracts (2004-2007)

Herhaald lid van de examenjury van het Vast Wervingssecretariaat voor de werving van bestuursecretarissen-juristen(1984-1986) en van jury’s van wetenschappelijke prijzen; Plaatsvervangend lid van het Wervingscollege der Magistraten (1991-1995)

Medestichter en redactielid van de door Kluwer uitgegeven losbladige reeks Erfenissen schenkingen en testamenten, Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer; Lid van de adviesraad van het Tijdschrift voor Notarissen en van Patrimonium Familiare; Lid van het Comité van Studie-en Wetgeving van de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen; (Ere) lid van de Verenigingvoor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland (afdeling privaatrecht) en preadviseur in 1994; Bestuurslid van het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (U. Antwerpen) tot juli 2006; Arbiter in scheidsrechtelijke colleges

Na voltooiing van zijn rechtenstudie aan de Universiteit Antwerpen (1979), werd Wilfried Rauws (Antwerpen, 27 juni 1956) assistent aan de Universitaire Instelling Antwerpen. Hij behaalde de titel van doctor in de rechten op proefschrift, getiteld ‘Civielrechtelijke beëindigingswijzen van de arbeidsovereenkomst’ (grootste onderscheiding, Universitaire Instelling Antwerpen, 1986) nadat hij een bijzonder licentiaat sociaal recht verwierf (grote onderscheiding, Vrije Universiteit Brussel, 1981).

Nadat hij aan diverse hogere onderwijsinstellingen doceerde, is hij thans voltijds als hoogleraar aan de Faculteit Recht & criminologie van de Vrije Universiteit Brussel en als deeltijds hoofddocent aan de Faculteit der rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht verbonden waar hij belast is met onderwijs en onderzoek in het sociaal recht, met een klemtoon op het arbeidsrecht. In juni 2014 werd hij verkozen tot decaan van de Faculteit Recht en Criminologie van de VUB.Hij is zestien jaar advocaat geweest te Antwerpen op het kantoor van wijlen mr. J. Van Goethem. Hij is thans ere-advocaat, en is nog rechter plaatsvervanger in de Arbeidsrechtbank te Antwerpen. Hij geeft les aan de advocaten-stagiairs van het rechtsgebied Antwerpen.

Hij publiceerde over diverse sociaalrechtelijke onderwerpen, met inbegrip van de arbeidsverhoudingen in de onderwijssector. Zijn publicaties raken ook aan andere domeinen zoals het burgerlijk recht, het strafrecht en het publiekrecht.Naast het lidmaatschap van de redactie van het Tijdschrift voor Privaatrecht maakt Rauws deel uit van de redactie van het Tijdschrift voor Sociaal Recht, het Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, het Rechtskundig Weekblad en van Tegenspraak.

Hij is de vertegenwoordiger van België in het Europese netwerk van universiteiten ‘the European Labour Law Network’ opgericht door de professoren B. Waas (Goethe Universiteit Frankfurt) en G. Heerma van Voss (Universiteit Leiden). Hij is tevens lid van een aantal verenigingen zoals de Belgische Vereniging Voor Arbeidsverhoudingen, waarvan hij thans voorzitter is.

Hij is sedert 2014 plaatsvervangend lid van het college van beroep inzake tucht voor de publiekrechtelijke hogescholen.

Reinhard Steennot studeerde in 1998 af als Licentiaat in de Rechten aan de UGent. Daarna startte hij als voltijds doctoraatsstudent aan het Instituut Financieel Recht van de UGent, gesponsord door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO). In 2002 verdedigde hij met succes zijn doctoraatsproefschrift over de juridische aspecten van elektronische betaalsystemen. De commerciële editie van het proefschrift, getiteld "Elektronisch betalingsverkeer: een toepassing van de klassieke principes” werd bekroond met de prijs voor financieel recht, uitgereikt door de Belgische sectie van de Europese Vereniging voor Bank- en Financieel Recht.

Reinhard Steennot bleef na het behalen van zijn doctoraat nog een jaar werkzaam bij het FWO als post-doctoraal onderzoeker. In 2003 werd hij aangesteld als professor in het economisch en financieel recht. Momenteel doceert hij aan de rechtsfaculteit de vakken economisch en financieel recht, consumentenbescherming en grondige studie van het privaat bankrecht. Aan de faculteit economie doceert hij het vak ondernemingsrecht.

Het onderzoek van Reinhard Steennot spitst zich vooral toe op het privaat bankrecht (kredieten, betalingen, beleggingsdiensten), consumentenbescherming en contractuele aspecten van de elektronische handel. Hij is de auteur van verschillende boeken en van tal van artikels in nationale en internationale tijdschriften. Voor het Tijdschrift voor Privaatrecht staat hij in voor het Overzicht van Rechtspraak “Consumentenbescherming” en verzorgt hij mee het Overzicht van Rechtspraak Privaat Bankrecht. Een volledige publicatielijst van Reinhard Steennot kan geraadpleegd worden op: https://biblio.ugent.be/person/801001239940.

Daarnaast is Reinhard Steennot sinds 2011 lid van de Raad van Toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Hij is tevens expert bij de Commissie Onrechtmatige Bedingen.

Frederik Swennen is hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, met thans een onderzoeks- en onderwijsopdracht in het personen- en familierecht en in kinship studies, en voordien ook in kunst & recht. Hij legt zich toe op internationaal en vergelijkend familierecht, onder meer als Belgische rapporteur in de Commission on European Family Law, en op multidisciplinaire kinship studies. Hij is auteur van het enige GPRC-handboek personen- en familierecht in Vlaanderen, Het personen- en familierecht. Identiteit en verwantschap vanuit juridisch perspectief (Antwerpen, Intersentia, 4e editie, 2015).

Hij studeerde aan de Universiteit Antwerpen en de University of Cape Town. Van 1996 tot 2000 bereidde hij als aspirant van het FWO-Vlaanderen een proefschrift voor over “Geestesgestoorden in het burgerlijk recht” (promotor: T. Vansweevelt, Antwerpen, Intersentia), bekroond met de eerste André Primsprijs voor Gezondheidsrecht. In 2000 werd hij referendaris bij het Hof van Cassatie, toegevoegd aan de procureur-generaal. Hij bleef deeltijds verbonden aan de Universiteit Antwerpen als doctor-assistent personen- en familierecht bij A. Heyvaert, die hij in 2002 opvolgde. Frederik Swennen hield in 2003 zijn oratie onder de titel “Het huwelijk afschaffen?” (Antwerpen, Intersentia).

Frederik Swennen bekleedde tijdens het academiejaar 2012-2013 de TPR-Wisselleerstoel aan de Universiteit Utrecht, waar hij zijn oratie als gasthoogleraar hield onder de titel “Er is leven na de dood. Persoonlijkheidsrechten na overlijden” (TPR 2013, 1489-1553). Sinds 2010 doceert hij Family Law & Bioethics aan de Summer School van de Civil Law Initiative aan de universiteit Paris 2 Panthéon-Assas (www.fondation-droitcontinental.org). Hij verbleef voor onderzoek aan de British Institute of International and Comparative Law en aan de North West University – Campus Potchefstroom (Zuid-Afrika).

Hij is als of counsel advocaat verbonden aan Greenille by Laga (balie Brussel).

Gewoon Hoogleraar KU Leuven, Visiting Professor of Law Harvard Law School, Professor of Law UCP Lisbon Global School of Law en Tilburg Law School. KBC Chair Family Wealth Antwerp Management School. Advocaat balies Brussel en Kortrijk.

KU Leuven Faculteit Rechten:
Directeur Rector Roger Dillemans Instituut Familiaal Vermogensrecht. Co-directeur Instituut Contractenrecht. Co-directeur LCN, Leuvens Centrum voor Notariaat. Co-voorzitter ICBO (Interuniversitair en Interdisciplinair Centrum voor Bouwrecht en Onroerend Goed Leuven-Antwerpen). Ere-directeur Instituut Goederenrecht. Voorzitter Beoordelingscommissie. Voorzitter ZAP Evaluatiecommissie. Voorzitter sponsorcommissie. Opdrachthouder kwaliteit van onderzoek.

KU Leuven Faculteit Psychologie:
Co-voorzitter LCM, Leuven Center for Collaborative Management.

In Harvard verbonden aan PON, Program on Negotiation at Harvard Law School.
Gommaar van Oosterwijck Leerstoel 2003 (VUB) en Francqui Leerstoel 2010-2011 (VUB).

Annelies Wylleman studeerde rechten (1986), criminologie (1986) en notariaat (1993) aan de Universiteit te Gent. Zij promoveerde in 1998 tot doctor in de rechten aan zelfde universiteit met een proefschrift over "Onvolwaardige wilsvorming en onbekwaamheid in het materieel en het formeel privaatrecht". Dit proefschrift werd bekroond met de Fernand-Collin-prijs (2000) en met de Driejaarlijkse Prijs van het Antwerps Notariaat (2001).

Sinds 1999 tot vandaag doceert ze het vak Notarieel Burgerlijk Recht in de Master in het Notariaat te Gent. Sinds 1999 tot 2006 doceerde ze aan de Rechtsfaculteit te Gent tevens het vak 'Inleiding tot het privaat recht', vervolgens van 2006 tot 2011 de ‘Grondige Studie Vastgoedrecht’ en sinds 2011 tot heden het vak ‘Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten’. Sinds 2003 is ze voorzitter van de Opleidingscommissie van de Master in het Notariaat.

Ze is lid van de vereniging voor de Vergelijkende Studie van het Recht in België en Nederland, lid van de redactie van het Tijdschrift voor Privaatrecht, van de Algemene Praktische Rechtsverzameling en van de Larcier Wetboeken. Ze is corresponderend lid van het Comité voor Studie en Wetgeving van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat.

Haar wetenschappelijke interesse gaat vooral uit naar de sanctieregelingen in het privaatrecht, het vraagstuk van de vertegenwoordiging, vermogensrechtelijke regelingen in hersamengestelde gezinnen, het appartementsrecht en het vruchtgebruik.

Annelies Wylleman combineerde steeds haar wetenschappelijke activiteit met de juridische praktijk: ze was advocaat aan de balie te Gent (1986-1993) en is sinds 1999 notaris te Sleidinge.

Na de voltooiing van haar rechtenstudies aan de Universiteit Gent (2002), de Université de Paris X (2002) en het International Law Institute in Washington DC (2002), startte Joke Baeck haar loopbaan als advocaat-stagiair op het kantoor van meester Marcel Storme te Gent (2002-2005). Tegelijk werd zij praktijkassistent bij professor Hubert Bocken aan de Universiteit Gent, in de vakgebieden verbintenissenrecht en buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht (2002-2004).

Van 2005 tot 2011 werkte ze aan een doctoraatsonderzoek over de restitutieverplichtingen na vernietiging of ontbinding van overeenkomsten, eerst als assistent (2005-2006) en vervolgens als Aspirant bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (2006-2011). Promotoren van dit onderzoek waren de professoren Hubert Bocken en Annelies Wylleman.

Na de succesvolle verdediging van haar doctoraat in 2011, was ze gedurende twee jaar doctor-assistent aan de Universiteit Gent. In die periode verlegde zij haar wetenschappelijke focus van het verbintenissenrecht naar het zekerheidsrecht. In 2013 werd zij benoemd als voltijds docent aan de Universiteit Gent, waar zij momenteel actief is in de vakgebieden zekerheidsrecht en rechtsmethodologie. Daarnaast is zij ook coördinator van het vaardighedenonderwijs in de rechtenopleiding van de Universiteit Gent.

Daarnaast is ze auteur van tal van wetenschappelijke bijdragen in het domein van het verbintenissen- en zekerheidsrecht. Sinds 2014 is zij lid van de redactieraad van het Rechtskundig Weekblad en sinds 2020 ook van het TPR.

Geneviève Schamps est professeur ordinaire à la Faculté de droit et de criminologie, à la Faculté de médecine et de médecine dentaire ainsi qu’à la Faculté de santé publique de l’Université catholique de Louvain. Elle dirige le Centre de droit médical et biomédical qu’elle a fondé en 2005 et est responsable de l’Option Droit de la Santé, dans le cadre des Masters I et II en droit (U.C.L.). Elle est également professeur invitée à l’Université Bordeaux et au Collège Belgique (Académie royale de Belgique). Elle est collaboratrice scientifique à l’Université de Montréal. Pendant plusieurs années, elle a été professeur invité à l’Université Paris Descartes et a exercé la fonction de traductrice jurée, indépendante, en langue néerlandaise.

Elle est membre de l’Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique (Classe Technologie et Société). Elle préside la Commission fédérale Droits du patient et est viceprésidente du Comité consultatif de Bioéthique de Belgique. Elle exercera la présidence de ce Comité durant l’année académique 2016-2017. Elle préside également le Comité de gestion du Fonds des accidents médicaux et est membre du Conseil d’administration de l’Office national d’indemnisation des accidents médicaux à Paris, en tant que personnalité qualifiée. Elle préside le Groupe de référence institutionnelle en matière de bioéthique (U.C.L) et est vice-présidente de la Commission d’éthique hospitalo-facultaire des Cliniques universitaires St Luc/U.C.L. Geneviève Schamps est également membre du Conseil scientifique de l’Institut suisse de droit comparé (Lausanne) et du Conseil de recherche de l’U.C.L. Elle est co-fondatrice de plusieurs réseaux scientifiques internationaux, dont le Réseau Universitaire International de Bioéthique, dont elle est vice-présidente.

Elle intervient à titre d’expert ou comme président ou membre de jurys de thèse dans diverses instances en Belgique ou à l’étranger. Elle est également sollicitée pour l’évaluation de centres de recherche universitaires à l’étranger et est promoteur de plusieurs thèses de doctorat. Elle fait également partie du comité de rédaction de revues scientifiques belges ou étrangères, avec comité de lecture. Elle est membre de la Commission « Sciences of Law and Criminology » du Fonds Wetenschappelijk Onderzoek.

Ses domaines de recherche ou d’enseignement sont le droit médical et biomédical, le droit pénal, le droit de la responsabilité civile, le droit comparé et la bioéthique. Elle dirige la Collection scientifique du Centre de droit médical et biomédical. Sa thèse de doctorat, défendue en 1997, propose, au regard d’une analyse des systèmes juridiques de sept pays, l’instauration d’un principe général de responsabilité civile sans faute pour les victimes de mises en danger. Elle a obtenu deux prix (le prix quinquennal Baron E. van Dievoet – 1999 – et le Prix quinquennal de la Revue Critique de Jurisprudence Belge – 2001). Outre ses publications, elle a tenu de nombreuses communications dans des colloques ou des congrès scientifiques nationaux ou internationaux dans les domaines précités.

Beatrix Vanlerberghe studeerde rechten aan de KU Leuven (1990) en Essex (LL.M. in International Human Rights Law, 1991). In 1993 behaalde ze het ‘Diplôme de Droit International et de Droit Comparé des Droits de l'Homme’ aan het 'Institut des droits de l'homme' in Straatsburg.

Ze werd in 1991 toegelaten tot de balie van Brussel en nadien benoemd bij de balie van het Hof van Cassatie van België (2012). Zij vervoegde in 1991 eerst het advocatenkantoor Allen & Overy (voorheen Loeff, Claeys, Verbeke) en vervolgens het advocatenkantoor Linklaters (voorheen De Bandt, Van Hecke & Lagae), waar zij zich als ‘counsel’ in cassatiewerk specialiseerde. Ze verliet dit kantoor in 2013 om het advocatenkantoor Verbist & Vanlerberghe Omega Law op te richten.

Daarnaast was ze van 1991 tot 1999 assistente aan de KU Leuven in de vakgebieden Gerechtelijk recht en Mensenrechten. Zij promoveerde tot doctor in de rechten in 1999 met een proefschrift over het recht op een eerlijk proces en openbaarheid en openheid in het gerecht. Sinds 2006 doceert zij aan de Universiteit Antwerpen de vakken “Grondige Studie van het Gerechtelijk Recht”, “Bijzondere Studie van het Bewijsrecht” en de “Bijzondere Studie Pleitoefeningen”.

Zij is auteur, coauteur, editor en co-editor van tal van boeken en bijdragen in tijdschriften over verschillende onderwerpen. Sinds 2020 is zij lid van de redactieraad van het TPR.

OV

Walter Van Gerven (Sint-Niklaas, 11 mei 1935, Leuven, 8 juli 2015) is emeritus gewoon hoogleraar van de KU Leuven.

Na enkele jaren als assistent en docent aan de KU Leuven te hebben gewerkt, verliet hij in 1967 de balie om gewoon hoogleraar te worden aan zijn alma mater. Hij doceerde privaatrecht, handelsrecht, familierecht, Europees recht. Verder was hij gasthoogleraar, onder meer aan University of Chicago (1968-69), Universiteit van Amsterdam (1981-86), Université Paris II, King's College London, Stanford University, University of Michigan en Universiteit Gent.

Van 1970 tot 1976 was hij vicerector van zijn universiteit. Hij werd later ook lid van de Raad van bestuur (de inrichtende macht).

In 1982 werd hij buitengewoon hoogleraar en begon met andere activiteiten. Eerst werd hij voorzitter van de Belgische Bankcommissie (1982-1988).

Hij werd vervolgens advocaat-generaal bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in Luxemburg (1988-1994). Hij had hierbij in circa 180 zaken een advies te verstrekken, meestal vrij complexe zaken van redelijk groot belang voor de verdere evolutie van het Europees recht.