
- 1964 - 1
- 1965 - 2
- 1966 - 3
- 1967 - 4
-
1968 - 5
- 1969 - 6
- 1970 - 7
- 1971 - 8
- 1972 - 9
-
1973 - 10
- 1974 - 11
- 1975 - 12
- 1976 - 13
- 1977 - 14
-
1978 - 15
- 1979 - 16
- 1980 - 17
- 1981 - 18
- 1982 - 19
-
1983 - 20
- 1984 - 21
- 1985 - 22
- 1986 - 23
- 1987 - 24
-
1988 - 25
- 1989 - 26
- 1990 - 27
- 1991 - 28
- 1992 - 29
-
1993 - 30
- 1994 - 31
- 1995 - 32
- 1996 - 33
- 1997 - 34
-
1998 - 35
- 1999 - 36
- 2000 - 37
- 2001 - 38
- 2002 - 39 Jura
- 2003 - 40 Jura
- 2004 - 41 Jura
- 2005 - 42 Jura
- 2006 - 43 Jura
- 2007 - 44 Jura
- 2008 - 45 Jura
- 2009 - 46 Jura
- 2010 - 47 Jura
- 2011 - 48 Jura
- 2012 - 49 Jura
- 2013 - 50 Jura
- 2014 - 51 Jura
- 2015 - 52 Jura
- 2016 - 53 Jura
- 2017 - 54 Jura
- 2018 - 55 Jura
- 2019 - 56 Jura
- 2020 - 57 Jura
- 2021 - 58 Jura
Tijdschrift voor Privaatrecht
1964-2001 online open access, vanaf 2002 via Jura en Jurisquare
NL | EN2021
p.5 | Inleiding op het themanummer STORME, M.; SAGAERT; V. |
11 | Het ontwerp van de Commissie tot herziening van het aansprakelijkheidsrecht. Een overzicht in context BOCKEN, H. |
31 | Foutaansprakelijkheid: algemene beginselen - aansprakelijkheid minderjarigen en geesteszieken JOCQUE, G. Foutaansprakelijkheid: algemene beginselen - aansprakelijkheid minderjarigen en geesteszieken De bepalingen met betrekking tot de foutaansprakelijkheid vormen onderafdeling 1 van Afdeling 2. Grondslagen van de buitencontractuele aansprakelijkheid(1). Deze onderafdeling bestaat uit een eerste paragraaf “Fout” (artikelen 5.146 tot en met 5.148). De tweede paragraaf behandelt de gronden van uitsluiting van aansprakelijkheid (artikelen 5.149 tot en met 5.152). Onderafdeling 2 bevat de regels betreffende de aansprakelijkheid van minderjarigen en geestesgestoorden (artikelen 5.153 tot en met 5.155). De navolgende bespreking van deze bepalingen gaat uit van de laatste versie van het Ontwerp gepubliceerd op de website van het ministerie van Justitie(2). SluitenSamenvatting |
47 | Aansprakelijkheid van rechtspersonen in het ontwerp buitencontractuele aansprakelijkheid
DELVOIE, J. Aansprakelijkheid van rechtspersonen in het ontwerp buitencontractuele aansprakelijkheid
Op het vlak van de buitencontractuele aansprakelijkheid van rechtspersonen, steunt het Ontwerp(1) op drie pijlers, die in deze bijdrage achtereenvolgens worden behandeld. Vooreerst expliciteert een inleidende bepaling dat de buitencontractuele aansprakelijkheidsregels gelijk van toepassing zijn op natuurlijke personen en op rechtspersonen, zowel private als publieke (art. 5.144 Ontwerp). Samenvatting |
65 | De buitencontractuele aansprakelijkheid voor minderjarigen, rechtssubjecten onder toezicht, zaken en dieren: een blik op een mogelijke toekomst VANSWEEVELT, T. De buitencontractuele aansprakelijkheid voor minderjarigen, rechtssubjecten onder toezicht, zaken en dieren: een blik op een mogelijke toekomst In deze bijdrage zal de aandacht gaan naar vier aansprakelijkheden: de aansprakelijkheid van wie titularis is van het gezag over de persoon van de minderjarige (I), de aansprakelijkheid van de toezichthouder (II), de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken (III) en de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren (IV). Samenvatting |
87 | Bedenkingen omtrent het foutbegrip in het hervormingsproject: discussies waar ik graag bij was geweest AUVRAY, F. Bedenkingen omtrent het foutbegrip in het hervormingsproject: discussies waar ik graag bij was geweest Als respondent commentaar geven op het ontwerp tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht (hierna: “Ontwerp”) is een eer, toch is het vooral met veel nederigheid dat ik hiervoor de pen neem. Als getuige(1) van het hervormingstraject van de boeken 1 en 5 van het Burgerlijk Wetboek(2) kon ik van op de eerste rij de uitdagingen van hervormingswerk waarnemen. Zo zag ik dat hervormen schipperen is tussen te veel codificeren of net te weinig, te veel vernieuwen of net te weinig, met als onvermijdelijk gevolg dat de ene commentator al zal steigeren bij een loutere hernummering van de wetsartikelen waar de andere een revolutie zal eisen in plaats van de vooropgestelde evolutie. Nog boeiender was evenwel de waarneming van de dynamiek van het groepswerk. Verschillende experten schuiven aan tafel, elk met hun visie op het recht. De uiteindelijk voorgestelde wetteksten en de bijbehorende memorie van toelichting zijn dan ook het product van verstrekkende debatten en finale keuzes. Van de debatten die hebben geleid tot het Ontwerp ‘aansprakelijkheidsrecht’, heb ik geen kennis gehad. Daar ligt dan ook de bron van mijn nederigheid: in het besef dat de door mij vandaag geformuleerde opmerkingen ongetwijfeld al het voorwerp hebben uitgemaakt van discussies en weloverwogen keuzes. De volgende pagina’s zijn dan ook niet ingegeven door een wil tot kritiek maar wel door mijn oprechte nieuwsgierigheid. Hieronder komen dan ook drie onderwerpen(3) aan bod waarbij ik heel graag een vlieg aan de muur van de vergaderzaal was geweest. SluitenSamenvatting |
115 | Aansprakelijkheid voor personen en zaken in de hervorming van het aansprakelijkheidsrecht Vergelijking met Nederland HARTLIEF, T. Aansprakelijkheid voor personen en zaken in de hervorming van het aansprakelijkheidsrecht De in 2016 door minister Geens onder de vlag ‘De sprong naar het recht van morgen’ gestarte operatie heeft succes gehad. Met de Wet van 13 april 2019 tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van Boek 8 “Bewijs” in dat Wetboek(1) is een nieuw Burgerlijk Wetboek een feit. Het zal uiteindelijk bestaan uit 9 Boeken waarvan Boek 8 (Bewijs) bij de zojuist genoemde wet dus al is ingevoerd. Boek 3 (Goederen) is per 1 september 2021 gevolgd. Zover zijn we nog niet met het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, maar er ligt wel een ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht(2). De regeling in het huidige BW kent een zeer beperkt aantal bepalingen (artikelen 1382-1386bis), maar is in de praktijk behoorlijk flexibel en mede daardoor slachtoffervriendelijk gebleken. In het Ontwerp voor de hervorming van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht wordt ook zij echter bij de tijd gebracht(3). Deze tekst valt uiteen in zeven afdelingen (artikelen 5.141-5.211). De bedoeling van het Ontwerp is niet alleen dat evolutie in de rechtspraak wordt vastgelegd (codificatie) in een nieuwe duidelijke structuur, maar ook dat het aansprakelijkheidsrecht aan nieuwe ontwikkelingen in samenleving, economie en technologie, denk aan nieuwe risico’s, wordt aangepast(4). SluitenSamenvatting |
151 | Samenloop in het ontwerp buitencontractuele aansprakelijkheid BOCKEN, H. Samenloop in het ontwerp buitencontractuele aansprakelijkheid Het Burgerlijk Wetboek zegt niets over de samenloop van privaatrechtelijke rechtsregels waarvan de toepassingsvoorwaarden vervuld zijn. Dit is zo voor het Oud BW en zal zo blijven bij goedkeuring van de Wetsvoorstellen Boek 1 Algemeen deel en Boek 5 Verbintenissen van het nieuw BW. In tegenstelling tot wat het geval is voor het publiekrecht, besteden ook de rechtsleer en de rechtspraak weinig aandacht(1) aan het onderwerp, behalve voor wat betreft de samenloop van de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. SluitenSamenvatting |
177 | Toerekening aan rechtspersonen en aansprakelijkheid van uitvoeringsagenten in het ontwerp buitencontractuele aansprakelijkheid
VANANROYE, J. m.m.v. ROODHOOFT, O. Toerekening aan rechtspersonen en aansprakelijkheid van uitvoeringsagenten in het ontwerp buitencontractuele aansprakelijkheid
In deze bijdrage analyseren we de regels in het ontwerp van hervorming buitencontractuele aansprakelijkheid van de Commissie tot hervorming van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht (hierna het ‘Ontwerp’) met betrekking tot (i) toerekening aan rechtspersonen en (ii) de aansprakelijkheid van uitvoeringsagenten (in het Ontwerp ‘hulppersonen’ genoemd) t.a.v. de contractuele schuldeiser van hun opdrachtgever. SluitenSamenvatting |
215 | Samenloop: principiële keuzes en praktische uitwerkingen WISSINK, M. Samenloop: principiële keuzes en praktische uitwerkingen Samenloop is het fenomeen dat het burgerlijk recht doordesemt(1). Er zijn talloze gevallen waarin op een feitencomplex twee of meer regels voor toepassing in aanmerking (kunnen) komen(2). Kan de koper van een auto die ontdekt dat de verkoper heeft geknoeid met de kilometerteller een vordering jegens de verkoper baseren op wanprestatie, dwaling, bedrog of onrechtmatige daad? Staan de bestolen eigenaar de revindicatie en een vordering uit onrechtmatige daad ten dienste? Kan degene die bij vergissing een bedrag op de verkeerde bankrekening stortte, ageren uit onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigd verrijking? Valt een dienstwoning onder de regels van de arbeidsovereenkomst en/of die van huurovereenkomst? SluitenSamenvatting |
233 | Het oorzakelijk verband in het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht BOCKEN, H. Het oorzakelijk verband in het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht Een oorzakelijk verband tussen de schade die de benadeelde aanvoert en een fout van de aangesprokene of een andere tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis waarvoor deze instaat(1) is een vereiste voor buitencontractuele aansprakelijkheid. Het begrip oorzakelijk verband moet toelaten om gebeurtenissen te identificeren die een voldoende belangrijke rol hebben gespeeld in het historisch verhaal van het schadegebeuren om er aansprakelijkheid aan te verbinden. SluitenSamenvatting |
269 | Een kritische analyse van het concept causaliteit in het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht KRUITHOF, M. Een kritische analyse van het concept causaliteit in het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht Deze bijdrage bevat een kritische fundamentele analyse van de door de Commissie tot Hervorming van het Aansprakelijkheidsrecht (hierna de ‘CHA’)(2) voorgestelde basisregel inzake de causaliteit in het aansprakelijkheidsrecht (hierna het ‘Ontwerp’)(3). Ik maak hiervoor ook gebruik van de uitleg die de CHA bij dit voorstel heeft gegeven (hierna de ‘Toelichting’) SluitenSamenvatting |
323 | Causaliteit en medeaansprakelijkheid: een reflectie op het Nederlandse aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht en het Belgische ontwerp RIJNHOUT, R. Causaliteit en medeaansprakelijkheid: een reflectie op het Nederlandse aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht en het Belgische ontwerp Het ontwerp tot herziening van het Belgische BW (hierna: “Ontwerp”) verduidelijkt of herziet het causaliteitsvereiste en verhaal in geval van medeaansprakelijkheid. In vele delen van de toelichting daarop staat rechtsvergelijkende informatie over de Nederlandse aanpak, waaraan in deze bijdrage meer diepgang wordt gegeven. Het doel van deze bijdrage is om enkele opvallende kwesties binnen de thema’s causaliteit en (doch minder uitgebreid) verhaal bij medeaansprakelijkheid te bespreken, om daarmee, vanuit de Belgische insteek, toch nog eens de eerder gemaakte keuzes in het Nederlandse aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht (hierna samenvattend met: aansprakelijkheidsrecht) te kunnen overdenken. In het bijzonder is stilgestaan bij secundaire aansprakelijkheid, verlies van een kans en proportionele aansprakelijkheid, alternatieve causaliteit en juridische causaliteit. Samenvatting |
361 | Schade, causaliteit en objectieve aansprakelijkheden COLLE, P. Schade, causaliteit en objectieve aansprakelijkheden Het moge van meet af aan duidelijk zijn: ik sluit volmondig aan bij de filosofie van de Commissie van experten tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht(1), te weten de verbetering van de situatie van schadelijders. Samenvatting |
379 | Schade en gevolgen van aansprakelijkheid JOCQUE, G. Schade en gevolgen van aansprakelijkheid De bepalingen met betrekking tot schade vormen afdeling 4 van het Ontwerp (artikelen 5.171 tot en met 5.178). Daarna behandelt afdeling 5. Gevolgen van aansprakelijkheid het herstel van schade. Deze afdeling bevat in onderafdeling 1 de basisregels over het herstel van schade (artikelen 5.179 tot en met 5.181), gevolgd door onderafdeling 2. Herstel in natura (artikel 5.182) en onderafdeling 3. Schadevergoeding (artikelen 5.183 tot en met 5.188). Ook de bespreking van deze bepalingen gaat uit van de laatste versie van het Ontwerp gepubliceerd op de website van het ministerie van Justitie. SluitenSamenvatting |
409 | Een nieuw Belgisch schadevergoedingsrecht vanuit Nederlands perspectief LINDENBERGH, S. Een nieuw Belgisch schadevergoedingsrecht vanuit Nederlands perspectief Ieder bezoek aan een ander land, meer of minder vreemd, plaatst telkens ook eigen huis en haard in een nieuw licht. Het aardige van een blik over de grens is dat het de bezoeker een spiegel biedt: de blik erin kaatst iets terug. Zo leert een blik op het nieuwe Belgische buitencontractuele schadevergoedingsrecht (mij) niet alleen iets over het Belgische recht, maar evenzeer iets over het Nederlandse. SluitenSamenvatting |
425 | Anticipatie op de hervorming van het Burgerlijk Wetboek. Mogelijkheden en grenzen inzake het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht Vergelijking met Nederland BORUCKI, C., SAMOY, I. Anticipatie op de hervorming van het Burgerlijk Wetboek. Mogelijkheden en grenzen inzake het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht Deze bijdrage onderzoekt of en hoe Belgische rechters toepassing kunnen maken van de hervormingsprojecten van het Burgerlijk Wetboek die zich nog niet in het eindstadium van het wetgevende proces bevinden en daardoor nog niet zijn goedgekeurd door de volksvertegenwoordigers. In welke mate is zo’n voornafname een vorm van normale rechtsontwikkeling door de rechters in hun zoektocht naar maatschappelijke consensus? Verzetten de rechtstatelijke principes van de scheiding der machten en van de rechtszekerheid zich daartegen? Of komt zo’n voorafname de rechtszekerheid net ten goede wanneer het huidige recht onduidelijk of onvolledig is? Samenvatting |
493 | Ten Geleide STORME, M. |
495 | Fraude in het betaalverkeer: waarom het slachtoffer in de kou kan blijven staan De Redactie Privaat STEENNOT, R. |
509 | De ambtshalve toepassing van bewijsregels, een taak voor de actieve rechter. Een algemene, bijzondere en rechtsvergelijkende analyse van de taakverdeling tussen rechter en partijen in het licht van de cassatierechtspraak en het nieuwe bewijsrecht HENDRICKX, A. De ambtshalve toepassing van bewijsregels, een taak voor de actieve rechter. Een algemene, bijzondere en rechtsvergelijkende analyse van de taakverdeling tussen rechter en partijen in het licht van de cassatierechtspraak en het nieuwe bewijsrecht Met de inwerkingtreding van het nieuwe bewijsrecht versterkt de wetgever opnieuw de actieve rol van de rechter inzake bewijs. Naast diverse onderzoeksbevoegdheden beschikt de rechter voortaan onder meer over de mogelijkheid om in bijzondere omstandigheden de bewijslast om te keren. Hoewel de lijdelijkheid van de rechter reeds lang voorbijgestreefd is, is noch de rechtsleer, noch de rechtspraak van het Hof van Cassatie eenduidig over de vraag of het algemeen rechtsbeginsel krachtens hetwelk de rechter gehouden is om, mits hij het recht van verdediging eerbiedigt, de rechtsnorm te bepalen die van toepassing is op de bij hem ingestelde eis en die regel toe te passen, ook impliceert dat de rechter gehouden is het bewijsrecht ambtshalve toe te passen. Vanuit de algemene principes omtrent de taakverdeling tussen rechter en partijen en een bijzondere analyse toegespitst op het bewijs in een (tegensprekelijk) burgerlijk proces, formuleert deze bijdrage argumenten om in het licht van de hedendaagse rol van de rechter een antwoord te bieden op de vraag of de rechter gehouden is ambtshalve de bewijsregels toe te passen. SluitenSamenvatting |
589 | De bebloede hand erft toch! Vergeving van de onwaardige erfgenaam VANDENBOGAERDE, J. De bebloede hand erft toch! Vergeving van de onwaardige erfgenaam De hervorming van de Belgische reglementering inzake erfonwaardigheid in 2012 introduceerde het concept van vergeving in het strafrecht en het erfrecht. Dat concept stelt de erflater in de mogelijkheid om de onwaardige erfgenaam alsnog tot de nalatenschap toe te laten. Deze ontwikkeling in het Belgisch recht sluit aan bij evoluties in andere rechtsstelsels en bevestigt de groeiende (internationale) tendens naar autonomie binnen het erfrecht. Toch vat niet elk rechtsstelsel de opheffing van erfonwaardigheid op een gelijke manier op. Zo verwijst niet elk rechtsstelsel uitdrukkelijk naar vergeving. Het Belgisch systeem van vergeving is formalistisch. Dat staat in schril contrast met het informele systeem dat de Nederlandse wetgever uittekende. Beide systemen worden in deze bijdrage met elkaar vergeleken. Vermits vergeving een sterke morele connotatie heeft, zullen inzichten uit de (moraal)filosofie ook dienstig zijn voor een analyse van deze juridische vorm van vergiffenis. Niet alleen leidt een filosofische kijk tot een beter begrip van de regels met betrekking tot de vergeving van de onwaardige erfgenaam, het laat ook toe om de impact van deze reglementering op maatschappelijk niveau te belichten. SluitenSamenvatting |
681 | Een toekomst voor het subjectief plechtig contract? Het "model-De Decker" getoetst aan het verbod op wetsontduiking VAN DAMME, N., VAN DEN ABEELE, F. Een toekomst voor het subjectief plechtig contract? Het "model-De Decker" getoetst aan het verbod op wetsontduiking De koopovereenkomst komt in principe tot stand door overeenstemming over goed en prijs (art. 1583 Oud BW). De consensuele aard van de koop is voor de vastgoedpraktijk echter niet altijd wenselijk. Om tegemoet te komen aan de negatieve gevolgen hiervan maken kandidaat-kopers en -verkopers onder andere gebruik van een subjectieve plechtigheidsclausule. Dit betekent dat de partijen overeenkomen dat de koop maar tot stand komt op het moment van het verlijden van de notariële akte. Het bekendste voorbeeld is het zgn. model-De Decker. In deze bijdrage gaan de auteurs na welke invulling aan het subjectief plechtig karakter (van de koop) moet gegeven worden in het licht van het verbod op wetsontduiking. Het model-De Decker fungeert hierbij als toepassingsgeval. SluitenSamenvatting |
727 | Overzicht van rechtspraak. Vervoersrecht (2013-2020) POELMANS, A.; HUYGHE, G.; RUBENS, P.; DE WIT, R.; WILLEMS, E.; VERBERCK, B.; STEVENS, F.; WOUTERS, M.; SLEECK, A.; BERNAUW, K.; PRECKLER, G. |
1467 | Boekbesprekingen J.-W. Verbeke; D. Wei, J.P. Nehf en C.-L. Marques (eds.); R. Palmans en W. Verrijdt (eds.); F. Vandendriessche (ed.); A.-C. Van Gysel, F. Lalière en J. Sauvage; A.-L. Verbeke en B. Verdickt (eds.); S. Deryckere; P. Gillaerts; M. Van Der Haegen; N. Bernard; V. Nossek; V. Sagaert en P. Lecocq; V. Sagaert, J. Baeck, N. Carette, P. Lecocq, M. Muylle en A. Wylleman
(eds.); E.C.A. Vermeulen; J. De Bruyne en C. Vanleenhove (eds.); D.M. Katz, R. Dolin en M.J. Bommarito (eds.); J. Keustermans en P. Blomme; A.M. Mennens; H. Sims, R. Lai, N. Levy, S. Ramel, H. Doyle, J. Hannant en S. Parsons; F. Buyssens en A.-L. Verbeke (eds.); S. Seyns en D. Clarysse (eds.); J. Vananroye en D. Van Gerven (eds.); E. Brems, P. Cannoot en L. Stevens (eds.); G. Verschelden; M. Löhnig (ed.); H. Braeckmans en R. Houben; B. Tilleman en N. Van Damme; M. Bussani en A.J. Sebok (eds.); I. Claeys en T. Tanghe; K. De La Durantaye; B. Tilleman en A.-L. Verbeke (eds.); R. Barbaix en N. Carette |
1831 | Boekbesprekingen M.C. Bauche, N. Bernard, C. De Ruyt, A. Despret, S. Lebeau, A. Lerouge, B. Louveaux, O. Rossillon; P. De Page, I. De Stefani; M. Muylle, K. Swinnen; O. O. Cherednychenko, M. Andenas; D. Scheers, P. Thiriar; R. Timmermans, J. Wyatt, D. De Bot; B. Wessels |